Onze taken
De 'Eenheid Analyse antibioticagebruik' van AMCRA buigt zich over de analyse én rapportering van antibioticagebruiksgegevens bij dieren. De focus hierbij ligt momenteel op antibioticagebruik op bedrijfsniveau en bij nutsdieren (varkens, kippen, runderen).
Concreet worden meldingen van antibioticagebruik, verzameld in externe datacollectiesystemen, via een specifieke methodologie verwerkt tot enerzijds benchmarkrapporten en anderzijds overzichtsrapporten.
Concreet worden meldingen van antibioticagebruik, verzameld in externe datacollectiesystemen, via een specifieke methodologie verwerkt tot enerzijds benchmarkrapporten en anderzijds overzichtsrapporten.
Periodieke benchmarkrapporten
Deze richten zich op de individuele veehouder en dierenarts.
Benchmarkrapporten voorveehoudersbeschrijven en benchmarken het gebruik op een specifiek bedrijf. De betrokken veehouder en dierenarts(en) krijgen inzicht in het antibioticagebruik op het bedrijf aan de hand van het kengetal BD100 (aantal behandeldagen op 100 dagen). Essentieel hierbij is de objectieve vergelijking met andere bedrijven (= benchmarking). De rapporten bevatten ook kwalitatieve informatie, o.a. over het gebruik van de verschillende types antibiotica, gebaseerd op het belang voor dier- en volksgezondheid weergegeven door de AMCRA-kleurcodes.
Benchmarkrapporten voor dierenartsengeven inzicht in de mate waarin de dierenarts antibiotica voorschrijft, verschaft of toedient. Dit gebeurt aan de hand van twee scores. De contract score is een weergave van hoe goed de bedrijven waarmee de dierenarts een contract als bedrijfsdierenarts heeft scoren in de veehoudersbenchmark. Op basis van de contract score wordt een dierenarts gebenchmarkt. De management score geeft de mate weer waarin de dierenarts antibiotica heeft verschaft als bedrijfsdierenarts. Ook de benchmarkrapporten voor dierenartsen bevatten kwalitatieve informatie.
Overzichtsrapporten
De overzichtsrapporten beschrijven, aan de hand van de gegevens op bedrijfsniveau, het antibioticagebruik in een bepaald jaar op een hoger niveau, bijv. voor een specifieke sector of voor een groep beslagen aangesloten bij een bepaaldkwaliteitslabel. Naast de relevante informatie voor dat bepaald jaar worden ook opvallende en/of belangrijke trends over verschillende jaren geïdentificeerd, opgevolgd en geduid.
Het uitvoeren van de analyses en de productie van rapporten vormen het eindpunt van een uitgebreide set processen, zoals import en exploratie van data en datamanagement, -controle en -validatie. Deze processen worden ontwikkeld en verfijnd afhankelijk van de specifieke noden, vragen en inzichten. In de mate van het mogelijke worden deze processen ook geautomatiseerd met behulp van data-warehouse technieken.
De analyse en rapportering van het antibioticagebruik vervult een belangrijke rol om deVisie 2020 doelstellingen van AMCRA te behalen. Immers, "meten is weten": gedetailleerde informatie in de vorm van 'op maat gemaakte' rapportering van antibioticagebruik op bedrijfs- en sectorniveau kan worden aangewend voor een doelgerichte aanpak en opvolging van (te hoog) antibioticagebruik. De 'Eenheid Analyse antibioticagebruik' speelt dus een cruciale rol in de communicatie naar en sensibilisering van gebruikers en verschaffers van antibiotica.
Naast de kerntaken van analyse en rapportering verleent de eenheid Analyse antibioticagebruik ook ondersteuning bij de ontwikkeling en werking van de verschillende Belgische datacollectiesystemen voor diergeneeskundig antibioticagebruik, en is ze betrokken bij verschillende (inter)nationale projecten rond kwantificatie van antibioticagebruik bij dieren.
De analyse en rapportering van het antibioticagebruik vervult een belangrijke rol om deVisie 2020 doelstellingen van AMCRA te behalen. Immers, "meten is weten": gedetailleerde informatie in de vorm van 'op maat gemaakte' rapportering van antibioticagebruik op bedrijfs- en sectorniveau kan worden aangewend voor een doelgerichte aanpak en opvolging van (te hoog) antibioticagebruik. De 'Eenheid Analyse antibioticagebruik' speelt dus een cruciale rol in de communicatie naar en sensibilisering van gebruikers en verschaffers van antibiotica.
Naast de kerntaken van analyse en rapportering verleent de eenheid Analyse antibioticagebruik ook ondersteuning bij de ontwikkeling en werking van de verschillende Belgische datacollectiesystemen voor diergeneeskundig antibioticagebruik, en is ze betrokken bij verschillende (inter)nationale projecten rond kwantificatie van antibioticagebruik bij dieren.
Voor wie?
De ‘Eenheid Analyse antibioticagebruik’ voert analyses uit voor alle beheerders vandatacollectiesystemendie antibioticagebruik bij dieren registreren. Door regelmatig overleg beogen we een optimale samenwerking met onze opdrachtgever(s) en de beheerder(s) van datacollectiesystemen.
Momenteel voert de ‘Eenheid Analyse antibioticagebruik’ analyses uit in het kader van de nationale datacollectie via Sanitel-Med voor varkens, leg-en braadkippen en vleeskalveren. In het kader van de datacollectie door AB Register en BIGAME gebeuren deze analyses voor respectievelijk varkens, pluimvee en melkvee in Vlaanderen, en voor melkvee in Wallonië.
Momenteel voert de ‘Eenheid Analyse antibioticagebruik’ analyses uit in het kader van de nationale datacollectie via Sanitel-Med voor varkens, leg-en braadkippen en vleeskalveren. In het kader van de datacollectie door AB Register en BIGAME gebeuren deze analyses voor respectievelijk varkens, pluimvee en melkvee in Vlaanderen, en voor melkvee in Wallonië.
De BD100
Antibioticagebruik kan op verschillende manieren worden uitgedrukt. Als basisregel geldt dat een goeie 'indicator' bestaat uit een teller(= het gebruikte aantal 'technische eenheden') die gestandaardiseerd wordt door een noemer(= de massa dieren).
De jaarlijks totaal in België verkochte hoeveelheid antibiotica voor dieren wordt bijv. gerapporteerd in mg actieve substantie per kg biomassa. Dit is een ‘gewicht-gebaseerde’ manier om antibioticagebruik te berekenen, omdat gewicht-gebaseerde technische eenheden (mg) worden gebruikt.
De jaarlijks totaal in België verkochte hoeveelheid antibiotica voor dieren wordt bijv. gerapporteerd in mg actieve substantie per kg biomassa. Dit is een ‘gewicht-gebaseerde’ manier om antibioticagebruik te berekenen, omdat gewicht-gebaseerde technische eenheden (mg) worden gebruikt.
Een andere manier is het bepalen van de mate waarin dieren worden blootgesteld aan antibioticagebruik. Dergelijke methode baseert zich op het bepalen van de behandelingsincidentie (Timmerman et al., 2006, Prev. Vet. Med., 74, p. 251-263). De berekening van de BD100is hier een voorbeeld van. De BD100 is het aantal BehandelDagen met antibiotica op 100 dagen. Anders gezegd, het % behandeldagen met antibiotica. Dit is een 'dosis-gebaseerde' indicator, met in de teller het ‘aantal dosissen’.
PRINCIPE VAN DE BEREKENING VAN DE BD100
Om de BD100 te berekenen wordt de hoeveelheid gebruikt antibiotica gedeeld door
- de DDDAbel of Defined Daily Dose Animal gedefinieerd voor België
- de DDDAbel of Defined Daily Dose Animal gedefinieerd voor België
- het totale gewicht aan dieren dat het risico liep behandeld te worden (gemiddeld aantal aanwezige dieren vermenigvuldigd met het geschat gewicht bij behandeling)
- het totale aantal dagen dat een dier het risico liep behandeld te worden.
Sommige producten hebben een langere werkingsduur. De LA-factor of 'Long Acting-factor' corrigeert voor deze verlengde werkingsduur. Eén dag behandelen met een langwerkend product dient immers meegerekend te worden als meer dan één behandeldag.
Sommige producten hebben een langere werkingsduur. De LA-factor of 'Long Acting-factor' corrigeert voor deze verlengde werkingsduur. Eén dag behandelen met een langwerkend product dient immers meegerekend te worden als meer dan één behandeldag.
Formule voor de berekening van de BD100 :

DUS:
Antibiotica waarvoor de bijsluiter een kleine dosis aanbeveelt wegen even zwaar door in de berekening als antibiotica waarvoor een grote dosis wordt aanbevolen.
EN: grote bedrijven worden gelijk getrokken met kleine bedrijven.
EN OOK: om het even welke ‘periode at risk’ wordt beschouwd, het antibioticagebruik wordt omgerekend naar 100 dagen.
MET ANDERE WOORDEN:
Het antibioticagebruik wordt voor ieder bedrijf op een gestandaardiseerde manier berekend, waardoor bedrijven op een correcte manier met elkaar kunnen vergeleken worden!
Het antibioticagebruik wordt voor ieder bedrijf op een gestandaardiseerde manier berekend, waardoor bedrijven op een correcte manier met elkaar kunnen vergeleken worden!
DEFINED DAILY DOSIS ANIMAL
Algemeen bestaan er verschillende dosis-gebaseerde 'technische eenheden' om de gebruikte hoeveelheid antibiotica in uit te drukken: de defined daily dose (DDD), de used daily dose (UDD), de defined course dose (DCD), enz. Om het onderscheid te maken met de eenheden gebruikt in de humane geneeskunde en de diergeneeskunde voegen wij voor deze laatste een 'A' toe (voor 'animal').
Om de BD100 te berekenen wordt gebruikt gemaakt van de Belgische DDDA, de DDDAbel. Deze waarden worden gedefinieerd voor elk afzonderlijk product, gebaseerd op de informatie in de 'samenvatting van de productkenmerken'. Hetzelfde geldt voor de LA-factoren, de LAbel. Meer uitleg over de methodiek waarmee de DDDAbel en de LAbel bepaald worden vindt u in de documenten die u hieronder kunt downloaden.
Om de BD100 te berekenen wordt gebruikt gemaakt van de Belgische DDDA, de DDDAbel. Deze waarden worden gedefinieerd voor elk afzonderlijk product, gebaseerd op de informatie in de 'samenvatting van de productkenmerken'. Hetzelfde geldt voor de LA-factoren, de LAbel. Meer uitleg over de methodiek waarmee de DDDAbel en de LAbel bepaald worden vindt u in de documenten die u hieronder kunt downloaden.
Per diersoort waarvoor op dit moment door AMCRA benchmarkrapporten worden opgemaakt (varken, kip, vleeskalf) vindt u hieronder de antibioticadoseringenlijst. Daarin staan de DDDAbel en LAbel gedefinieerd voor alle producten.
Benchmarken
Veehouders
Benchmarken van veehouders gebeurt door het antibioticagebruik van de deelnemende bedrijven (= benchmarkpopulatie) onderling te vergelijken en in categorieën te verdelen. Dit is mogelijk door de gestandaardiseerde wijze waarop het antibioticagebruik gemeten wordt.
In een eerste fase wordt bij elk nieuw benchmarkrapport gezocht naar de gemiddelde BD100-waarde waar 10% van alle bedrijven boven zit. Dit wordt de bovenste grenswaarde. De gemiddelde BD100-waarde waar 50% van alle bedrijven onder zit wordt de onderste grenswaarde. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat de grenswaarden bij elk benchmarkrapport wijzigen. Zulke ‘dynamische grenswaarden’ hebben als belangrijk voordeel dat inzicht wordt verkregen over hoe de sector als geheel evolueert en dat tegelijk op een realistische manier de bedrijven met het hoogste antibioticagebruik worden geïdentificeerd. Het nadeel van deze werkwijze is echter dat veehouders nooit goed weten waaraan ze zich in een volgend benchmarkrapport kunnen verwachten.
Daarom wordt in een tweede fase overgeschakeld van ‘dynamische grenswaarden’ naar ‘interval-grenswaarden’. Dergelijke grenswaarden worden voor een langere periode – het interval – aangehouden. De duur van het interval hangt af van het globale antibioticagebruik in de sector, het antibioticagebruik bij andere dierencategorieën en van de onderste en bovenste grenswaarden zelf.
Er wordt pas naar interval-grenswaarden overgeschakeld als er een voldoende duidelijk beeld is van (de evolutie van) het antibioticagebruik in een sector. Zo kunnen ambitieuze maar realistische grenswaarden worden ingesteld.
Dit is vorig jaar gebeurd in de varkenssector, in overleg tussen de sector, AMCRA en de Overheid. Voor pluimvee en vleeskalveren is het nu nog te vroeg en wordt voorlopig met dynamische grenswaarden gewerkt.
Er kan ook gebenchmarkt worden voor de kleurcodes (gele, oranje of rode kleurcode) die antibiotica toegekend krijgen.
In een eerste fase wordt bij elk nieuw benchmarkrapport gezocht naar de gemiddelde BD100-waarde waar 10% van alle bedrijven boven zit. Dit wordt de bovenste grenswaarde. De gemiddelde BD100-waarde waar 50% van alle bedrijven onder zit wordt de onderste grenswaarde. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat de grenswaarden bij elk benchmarkrapport wijzigen. Zulke ‘dynamische grenswaarden’ hebben als belangrijk voordeel dat inzicht wordt verkregen over hoe de sector als geheel evolueert en dat tegelijk op een realistische manier de bedrijven met het hoogste antibioticagebruik worden geïdentificeerd. Het nadeel van deze werkwijze is echter dat veehouders nooit goed weten waaraan ze zich in een volgend benchmarkrapport kunnen verwachten.
Daarom wordt in een tweede fase overgeschakeld van ‘dynamische grenswaarden’ naar ‘interval-grenswaarden’. Dergelijke grenswaarden worden voor een langere periode – het interval – aangehouden. De duur van het interval hangt af van het globale antibioticagebruik in de sector, het antibioticagebruik bij andere dierencategorieën en van de onderste en bovenste grenswaarden zelf.
Er wordt pas naar interval-grenswaarden overgeschakeld als er een voldoende duidelijk beeld is van (de evolutie van) het antibioticagebruik in een sector. Zo kunnen ambitieuze maar realistische grenswaarden worden ingesteld.
Dit is vorig jaar gebeurd in de varkenssector, in overleg tussen de sector, AMCRA en de Overheid. Voor pluimvee en vleeskalveren is het nu nog te vroeg en wordt voorlopig met dynamische grenswaarden gewerkt.
Er kan ook gebenchmarkt worden voor de kleurcodes (gele, oranje of rode kleurcode) die antibiotica toegekend krijgen.
Figuur: Principe van benchmarken met behulp van twee grenswaarden.

Figuur: Interval-benchmarkgrenswaarden momenteel gebruikt voor de Belgische varkenssector.

Figuur: Voorbeeld van een verdeling van het aantal behandeldagen met producten met de verschillende AMCRA kleurcodes.

Alle procedures die door AMCRA worden toegepast m.b.t. het berekenen, het controleren en opvolgen van de datakwaliteit, het benchmarken en het rapporteren van antibioticagebruik bij dieren op bedrijfsniveau, op basis van data verzameld in Sanitel-Med, worden samengevat in een 'Standard Operating Procedure'.
Dierenartsen
De methodiek voor het benchmarken van dierenartsen is gebaseerd op het AMCRA advies 'Benchmarking en bewaking van antibioticagebruik bij dieren - deel 2: dierenartsen'.
Concreet gebeurt het benchmarken aan de hand van een Contract Score (CS), een cijfer op 100 dat een weergave is van de benchmarkresultaten van de contractbedrijven van een dierenarts. Een 'contractbedrijf' wordt hierbij gedefinieerd als een bedrijf waarmee de dierenarts minstens de helft (= 183 dagen) van de benchmarkperiode (= een jaar) een contract had als bedrijfsdierenarts. Hoe lager het antibioticagebruik op de contractbedrijven, hoe hoger de CS, en omgekeerd.
Net zoals voor veehouders worden voor de CS twee grenswaarden bepaald die de dierenartsen verdelen in 50% 'laagverschaffers', 40% 'aandachtsverschaffers' en 10% 'grootverschaffers'.
Figuur: Het benchmarken van dierenartsen op basis van de Contract Score en twee grenswaarden.

Naast de contract score wordt ook nog een Management Score (MS) berekend voor elke dierenarts. Dit is ook een cijfer op 100 en het reflecteert de mate waarin een dierenarts antibiotica heeft voorgeschreven of verschaft als bedrijfsdierenarts. Hierbij wordt een 'bedrijfsdierenarts' gedefinieerd als het hebben van een geldig contract met het bedrijf op datum van de verschaffing van de antibiotica. Er wordt rekening gehouden met alle bedrijven waar de dierenarts minstens één melding van antibioticagebruik deed in de loop van de benchmarkperiode; dit kunnen al dan niet contractbedrijven zijn. Een hoge MS betekent dat de dierenarts voornamelijk verschaft of voorschrijft als bedrijfsdierenarts.
Rapportering
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de timing en frequentie waarmee benchmarkrapporten voor veehouders worden opgemaakt voor de verschillende sectoren.
Varkenssector
Vleeskalversector
Melkveesector
Pluimveesector
Barometer antibioticagebruik
Elk kwartaal publiceren FAGG en AMCRA, op basis van de verplichte registratie van antibioticagebruik in Sanitel-Med, de 'barometer antibioticagebruik'. Hiermee worden, in enkele grafieken, een aantal tendensen met betrekking tot het antibioticagebruik per diersoort (varkens, pluimvee, vleeskalveren) getoond.
De figuren tonen enerzijds de evolutie van het totaal jaarlijks gebruik in elke diersoort, telkens opschuivend met een kwartaal nieuwe data. Verder worden vier veterinair belangrijke antimicrobiële families uitgelicht, nl. de polymyxines (colistine), zink oxide premix bij varkens en de twee families met een rode AMCRA kleurcode, nl. de fluoroquinolones en de 3de en 4de generatie cefalosporines. Ter referentie staat ook steeds het aantal ton of kg aangegeven dat in België volgens de BelVet-SAC data werd verkocht.
Bemerk dat de getoonde cijfers niet genormaliseerd zijn op basis van biomassa maar zijn uitgedrukt in absolute cijfers (ton, kg). Aangezien de biomassa per diersoort typisch enige procenten varieert per jaar jaar, gelden deze 'barometer' cijfers geenszins als een referentie van het gebruik bij de verschillende diersoorten.
Bemerk dat de getoonde cijfers niet genormaliseerd zijn op basis van biomassa maar zijn uitgedrukt in absolute cijfers (ton, kg). Aangezien de biomassa per diersoort typisch enige procenten varieert per jaar jaar, gelden deze 'barometer' cijfers geenszins als een referentie van het gebruik bij de verschillende diersoorten.
